Defenz Logo Wit Tepper Op Maat

Verjaring van vergoedingsrechten bij samenwoners

Positie samenwoners niet wettelijk geregeld.

Het aantal ongehuwd samenwoners blijft maar stijgen. Toch is de rechtspositie van samenwoners niet wettelijk geregeld, hetgeen tot de nodige problemen kan leiden. Met name op het gebied van de vergoedingsrechten komen duidelijke uitspraken voorbij.

 

Een praktijkvoorbeeld over vergoedingsrechten: verjaring

Een voorbeeld uit de praktijk (Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 14 juli 2015).

Man en vrouw hebben een samenlevingsovereenkomst en gaan uit elkaar. In het samenlevingscontract staat:

“Partijen zijn verplicht aan elkaar te vergoeden hetgeen aan het vermogen van de andere partij is onttrokken ten bate van de andere partij. Deze vergoeding is terstond opeisbaar.”

De vrouw had in 2007 geld geïnvesteerd in het restaurant van de man. De man beriep zich op verjaringstermijn van 5 jaar die in artikel 3:307 BW staat vermeld.

Voor echtgenoten en geregistreerd partners loopt de verjaringstermijn met toepassing van artikel 3:320 en 3:321 BW door tot zes maanden na ontbinding hiervan. In deze zaak verlengde de rechtbank de termijn ook met zes maanden, omdat zij de situatie van ongehuwd samenwoners niet anders achtte. De verjaring was daarmee in het voorjaar van 2013 voltooid. Inmiddels was het 2015. De rechtbank zag geen grond om rekening te houden met een verdere verlenging van de verjaringstermijn. De vordering van de vrouw was aldus verjaard.

Een ander voorbeeld: verjaring niet gestuit

Een ander voorbeeld (Rechtbank Gelderland 21 oktober 2015)

Man en vrouw hebben wederom een samenlevingscontract en gaan uit elkaar. In het samenlevingscontract staat:

Indien aan het vermogen van een partij een waarde is onttrokken ten behoeve van de andere partij, heeft deze jegens de andere partij recht op vergoeding gelijk aan de waarde ten tijde van de onttrekking. Het bedrag is direct opeisbaar, tenzij redelijkheid en billijkheid zich tegen directe opeisbaarheid verzetten.”

Mevrouw had een auto voor de man betaald met een waarde van € 3.000,00 op 2 april 2007. De advocaat van de vrouw had in 2011 wel een brief gestuurd naar de man met de vraag op welke wijze hij dit bedrag ging terugbetalen. De procedure was echter pas op 22 oktober 2012 gestart. De verjaringstermijn van 5 jaar was derhalve verlopen tenzij deze was gestuit. Het hof overwoog hierover:

‘Voor stuiting van de verjaring is ingevolge artikel 3:317 BW vereist een schriftelijke aanmaning of schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. De mededeling van de advocaat in de brief voldoet hier niet aan. Ook het verzoek van de vrouw op de redelijkheid en billijkheid wordt afgewezen.’

Conclusie: denk om stuiten verjaringstermijn bij vergoedingsrechten!

Kortom. Hiermee zijn twee casussen geschetst die aangeven dat vergoedingsrechten kunnen verjaren waardoor de vergoedingsgerechtigde achter het net vist. Het is dus heel belangrijk om in dit soort zaken de verjaring tijdig te stuiten! Samenwoners moeten hierop bedacht zijn.

 

mr. Chantal Bosch, 7 november 2016

Geen tijd tijdens kantooruren? Geen probleem!

U kunt nu ook een afspraak maken op donderdagavond tussen 17:00 en 20:00 uur. Bel voor een afspraak:

088- 515 9099